Zum Hauptinhalt springen
Nicht aus der Schweiz? Besuchen Sie lehmanns.de

Taal en Taalwetenschap (eBook)

eBook Download: EPUB
2023 | 3e editie
John Wiley & Sons (Verlag)
978-1-119-75395-7 (ISBN)

Lese- und Medienproben

Taal en Taalwetenschap -
Systemvoraussetzungen
38,99 inkl. MwSt
(CHF 37,95)
Der eBook-Verkauf erfolgt durch die Lehmanns Media GmbH (Berlin) zum Preis in Euro inkl. MwSt.
  • Download sofort lieferbar
  • Zahlungsarten anzeigen

De nieuwste editie van de toonaangevende bestseller in de categorie studieboeken Nederlandse taal en taalkunde

In de derde herziene editie van Taal en Taalwetenschapgeefteen team van gerenommeerdetaalkundigeneen bredeinleiding inde belangrijkste thema'svan de taalwetenschap. Dit studieboek behandeltalle taalkundige deelgebieden, waaronderfonetiek, fonologie, morfologie, syntaxis, semantiek, discourse, en pragmatiek. De lezer maakt kennis met fundamentele begrippen en inzichten in het vakgebied, dieop toegankelijke wijze worden toegelicht aan de hand van voorbeelden uit allerlei talen. Ook is er aandacht voor meer toegepaste onderwerpen waarbij de taalgebruiker en taalgemeenschap centraal staan, zoalstaalverwerving, sociolinguïstiek, historische taalkunde en taalstoornissen.

Deze jongste editie is grondig herzien om recente ontwikkelingen in het vakgebied recht te doen. Zo wordt de bespreking van taalverwerking versterkt door interdisciplinair onderzoek uit de neuro- en computerwetenschappen, en komen nieuwe inzichten vanuit de Optimaliteitstheorie en ander fonologisch onderzoek aan bod. In het boek kunnen lezers niet alleen zelftests vinden, maar ook:

  • Uitgebreide introducties aan taal en taalvermogen om de lezer te gronden in noodzakelijke fundamentele kennis van het vakgebied
  • Beschouwingen van discourse, syntaxis, woorden, fonologie, talen, en taalgemeenschappen
  • Een toegankelijke schrijfstijl en vele voorbeelden om de betrokkenheid van de lezer te stimuleren, ideaal voor hen die nieuw met het onderwerp zijn
  • Nieuwe oefeningen en samenvattingenen een begeleidende website die aanvullende onderwijsmaterialen voor de docent bevat, zoals modelantwoorden, onderwijssuggesties en aanvullende audio- en videobestanden

Taal en Taalwetenschap is bij uitstek geschikt voor gebruik ininleidende cursussen in de taalwetenschap, maar ook voor zelfstudie: de bestseller is een onmisbaar naslagwerk dat een breed overzicht geeft van taal en taalwetenschap in al haar facetten.



Jan Don is universitair hoofddocent Nederlandse Taalkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn onderzoek is gericht op theoretische morfologie, en in het bijzonder de aard van affixen. Hij is de auteur van Morphological Theory and the Morphology of English.

Caitlin Meyer is universitair docent Nederlandse Taalkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Ze doet interdisciplinair onderzoek naar taalverwerving.

Judith Rispens is hoogleraar Nederlandse Taalkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Haar onderzoek richt zich op taalverwerking en taalverwerving, met name bij kinderen met ontwikkelingsdyslexie en kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS).

Jan Don is universitair hoofddocent Nederlandse Taalkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn onderzoek is gericht op theoretische morfologie, en in het bijzonder de aard van affixen. Hij is de auteur van Morphological Theory and the Morphology of English. Caitlin Meyer is universitair docent Nederlandse Taalkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Ze doet interdisciplinair onderzoek naar taalverwerving. Judith Rispens is hoogleraar Nederlandse Taalkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Haar onderzoek richt zich op taalverwerking en taalverwerving, met name bij kinderen met ontwikkelingsdyslexie en kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS).

Lijst figuren en tabellen

Voorwoord

Illustratiebronnen

1 Van taal naar taalwetenschap

2 De taalgebruiker

3 Taalverwerving

4 Discourse

5 Taalhandelingen

6 Zinsdelen en woordsoorten

7 Enkelvoudige zinnen

8 Complexe zinnen

9 Woordvolgorde

10 Zinsbetekenis

11 Woordenschat

12 Woordvorming

13 Samenstellingen en uitdrukkingen

14 Spreken en verstaan - spraakklanken

15 Klanksystematiek en fonologische processen

16 Lettergrepen, klemtoon en intonatie

17 Verschillen en overeenkomsten tussen talen

18 Taalvariatie

19 Taalverandering

20 Meertaligheid

Bibliografie

Index

1
Van taal naar taalwetenschap


1.1 Inleiding


Iedereen beheerst een taal en veel mensen beheersen er meer dan één. Maar wat weten wij eigenlijk over de taal die we iedere dag gebruiken? Wat valt er bijvoorbeeld te zeggen over de volgende vijf zinnen?

  1. Onmogelijke dit een was opdracht.
  2. Ik heb honger.
  3. Hij moest weten waarom wegging.
  4. Marilyn Monroe wil president van Nederland worden.
  5. De glint was biert.

Iedere moedertaalspreker van het Nederlands zal de zinnen (1), (3) en (5) niet goed vinden, maar (2) en (4) wel. In ieder geval wat betreft de vorm. De volgorde in zin (1) is niet correct, in zin (3) ontbreekt een woord en zin (5) bevat twee woorden die niet in het Nederlands voorkomen. Op grond waarvan doen we dit soort uitspraken? Is onze kennis over taal een verzameling van alle woorden en zinnen die wij ooit hebben gehoord? Kunnen we bijvoorbeeld zeggen dat zin (1) niet goed is omdat we die contrasteren met de zin Dit was een onmogelijke opdracht? Is het zo dat we die laatste zin ooit hebben gehoord en onthouden als ‘correcte zin van het Nederlands’? Dat dit erg onwaarschijnlijk is, kunnen we laten zien aan de hand van voorbeeld (4). Zin (4) is goed Nederlands, ondanks het feit dat hij niet waar is. Wij weten dat die zin goed Nederlands is, wat betreft de vorm, zonder dat we hem ooit hebben gehoord. We zijn als taalgebruikers kennelijk in staat om te beoordelen of een zin wel of niet goed is op grond van onze taalkennis, niet uitsluitend op basis van ons geheugen. Deze taalkennis is niet bewust en vrij abstract, veelal in de vorm van algemene regels, waardoor mensen meestal moeite hebben om uit te leggen waarom een zin fout is.

Wat verstaan we hier precies onder ‘abstracte kennis’? Als iemand ons een onbekend voorwerp laat zien en dit een glint noemt, hoe noemen we dan twee van die voorwerpen? Twee glinten. Sprekers van het Nederlands hoeven hier niet over na te denken; de vorm glints zou vreemd klinken hoewel veel Nederlandse woorden een meervoud op ‐s hebben. De regels om het meervoud van een zelfstandig naamwoord te maken hebben wij al heel vroeg als kind geleerd, maar de meeste mensen kunnen niet uitleggen waarom de ene vorm beter is dan de andere. Waarom is het meervoud van glint niet glints, maar van glintel wel glintels? Taalgebruikers hebben de kennis om taal te begrijpen en te produceren maar kunnen niet uitleggen hoe het systeem werkt. Die kennis is abstract en onbewust.

In dit inleidende hoofdstuk gaan we in op het verschijnsel taal en de manier waarop dat in de taalwetenschap wordt bestudeerd. In §1.2 komen een aantal belangrijke kenmerken van taal aan de orde. Daarbij hebben we het over natuurlijke talen, dat wil zeggen, door mensen gesproken talen die zich op natuurlijke wijze hebben ontwikkeld, misschien uit een soort primitief communicatiesysteem van onze voorouders. Maar er zijn ook andere ‘talen’, bijvoorbeeld de taal waarin computerprogramma's zijn geschreven. Die andere talen komen aan de orde in §1.3, waar ook het verschil met natuurlijke, menselijke talen zal worden besproken. In §1.4 hebben we het over variatie in die menselijke talen. Daar gaat het onder meer over gebarentalen naast gesproken talen. De manier waarop talen in de taalwetenschap worden bestudeerd komt aan bod in §1.5. Een belangrijke doelstelling van de taalwetenschap is om de onbewuste, abstracte kennis die mensen van hun taal hebben te expliciteren, met name in een grammatica van die taal. §1.6 gaat over verschillende typen grammatica's die zijn te onderscheiden, zoals een grammatica die de geschiedenis van een taal beschrijft tegenover een grammatica die de huidige stand van zaken wil weergeven. Ten slotte bevat §1.7 een overzicht van de deelterreinen van de taalwetenschap. Die paragraaf dient tevens als inleiding op de volgende hoofdstukken in dit boek.

1.2 Natuurlijke talen


Mensen kunnen met een natuurlijke taal over alles communiceren wat binnen hun ervaringswereld ligt, van praatjes over het weer tot een wetenschappelijke verhandeling over het broeikaseffect. Al naar gelang het onderwerp maakt men gebruik van een verschillend jargon: een gesprek over voetballen bevat heel andere woorden dan een parlementaire discussie over de ziektekostenverzekering. Die verschillende jargons of vaktalen zijn echter wel onderdeel van de natuurlijke taal als geheel en maken ook voor een belangrijk deel gebruik van dezelfde grammatica.

Zoals in de inleiding al aan de orde kwam, hebben talen een bepaalde structuur. Er zijn regels op te stellen waaraan de zinnen in een taal moeten voldoen; die regels vormen samen de grammatica van een taal. Zo is zin (6):

  1. (6) Ik reis morgen naar Apeldoorn.

een correcte zin, maar zin (7) niet.

  1. (7) Ik morgen reis naar Apeldoorn niet.

Dat wil echter niet zeggen dat er maar één manier is om te zeggen dat je morgen naar Apeldoorn reist. Je kan ook (8) of (9) gebruiken:

  1. (8) Morgen reis ik naar Apeldoorn.
  2. (9) Naar Apeldoorn reis ik morgen.

Er zijn wel min of meer subtiele betekenisverschillen tussen (8), (9) en (6), maar daar gaan we op deze plaats even aan voorbij. Iedereen die Nederlands als moedertaal heeft, kan deze elementen in deze drie verschillende volgordes zetten. Een vierde volgorde maakt van de zin een zogenaamde ja/nee‐vraag:

  1. (10) Reis ik morgen naar Apeldoorn?

Talen verschillen van elkaar wat betreft hun zinsbouwregels. Soms zijn die verschillen betrekkelijk klein. Dat wordt bijvoorbeeld duidelijk als we het Nederlands en het Duits met elkaar vergelijken, zoals in respectievelijk (11) en (12).

  1. (11) De uitgever heeft het boek laten vertalen.

Duits

  1. (12) Der Verlag hat das Buch übersetzen lassen.

De volgorde van de twee werkwoorden aan het eind van de zin is in het Duits omgekeerd aan die in het Nederlands. Dat het Spaans al iets meer verschilt van het Nederlands wordt geïllustreerd door zin (13).

Spaans

  1. (13) La editorial hizo tradicur el libro.

    ‘De uitgever liet vertalen het boek.’

Er zijn talen die veel meer verschillen van het Nederlands, zoals je kan zien aan de volgende voorbeelden uit het Japans en Iers.

Japans

  1. (14)
    Taro wa Hanako ni tegami o kai‐ta.
    Taro topic Hanako aan brief object schrijven‐verleden tijd
    ‘Taro schreef een brief aan Hanako.’

Iers

  1. (15)
    carr nua seo liom.
    is auto nieuw die met+mij
    ‘Ik heb die nieuwe auto.’

In dit boek zullen we veel voorbeelden uit andere talen presenteren. De eerste regel van zo'n voorbeeld bevat het zinnetje in de betreffende taal weergegeven in Latijns schrift. De tweede regel geeft een bijna letterlijke vertaling, waarbij elk element uit de vreemde taal in het Nederlands is vertaald. Als er geen equivalent is in het Nederlands, geven we de aanduiding van de categorie waartoe het element uit die andere taal behoort. Topic in (14) is zo'n categorie en betekent dat Taro degene is over wie wordt gesproken. Verder duidt o aan dat tegami het object of lijdend voorwerp is, en ‐ta maakt van het werkwoord kai een verledentijdsvorm. Voor de duidelijkheid zijn elementen zoals topic en object cursief gedrukt. De derde regel van het voorbeeld uit een vreemde taal geeft de vertaling in een gewone Nederlandse zin. In (15) zijn de elementen met de betekenis ‘met’ en ‘mij’ gefuseerd in een enkele vorm, aangeduid door middel van een ‘+’. Andere symbolen (of diacritica) moeten worden gebruikt om de correcte spelling van een woord zoals in het Iers te reproduceren. Sommige talen gebruiken vallende en stijgende intonatie om verschil te maken in woordbetekenis. In het Mandarijn Chinees bijvoorbeeld heeft het woord ma minstens vier verschillende betekenissen afhankelijk van de toon; toon wordt weergegeven zoals hieronder:

Mandarijn

  1. (16)
    (level) ‘moeder’
    (stijgend) ‘traag’
    ma&c.caron; (vallend‐stijgend) ‘paard’
    (vallend) ‘schelden’

Als we nu wat preciezer kijken naar de voorbeelden (14) en (15) dan zien we dat er flinke verschillen zijn in de structuur van het Nederlands, het Japans en het Iers. Zo heeft het Japans geen voorzetsels, maar ‘achterzetsels’; ni verschijnt dus achter Hanako. Verder wordt het werkwoord, kai, aan het eind gezet. De invoeging van wa om het topic aan te geven is ook een typerend kenmerk van het Japans. Het Iers is weer anders. In (15) zien we dat het werkwoord op de eerste positie staat en dat het zelfstandig naamwoord ‘auto’...

Erscheint lt. Verlag 22.2.2023
Sprache Dutch; Flemish
Themenwelt Schulbuch / Wörterbuch Wörterbuch / Fremdsprachen
Geisteswissenschaften Sprach- / Literaturwissenschaft Sprachwissenschaft
Schlagworte cross-linguïstische gegevens • cross-linguïstische studie • Foreign Languages • Fremdsprachen • Linguistics • linguïstische computerwetenschap • linguïstische neurowetenschap • linguïstische oefeningen • linguïstische tekst • nederlands taal studies • nederlands-taal taalkunde • Sprachwissenschaften • Taalkunde • Taal studies: nederlands taalkunde
ISBN-10 1-119-75395-3 / 1119753953
ISBN-13 978-1-119-75395-7 / 9781119753957
Informationen gemäß Produktsicherheitsverordnung (GPSR)
Haben Sie eine Frage zum Produkt?
EPUBEPUB (Adobe DRM)

Kopierschutz: Adobe-DRM
Adobe-DRM ist ein Kopierschutz, der das eBook vor Mißbrauch schützen soll. Dabei wird das eBook bereits beim Download auf Ihre persönliche Adobe-ID autorisiert. Lesen können Sie das eBook dann nur auf den Geräten, welche ebenfalls auf Ihre Adobe-ID registriert sind.
Details zum Adobe-DRM

Dateiformat: EPUB (Electronic Publication)
EPUB ist ein offener Standard für eBooks und eignet sich besonders zur Darstellung von Belle­tristik und Sach­büchern. Der Fließ­text wird dynamisch an die Display- und Schrift­größe ange­passt. Auch für mobile Lese­geräte ist EPUB daher gut geeignet.

Systemvoraussetzungen:
PC/Mac: Mit einem PC oder Mac können Sie dieses eBook lesen. Sie benötigen eine Adobe-ID und die Software Adobe Digital Editions (kostenlos). Von der Benutzung der OverDrive Media Console raten wir Ihnen ab. Erfahrungsgemäß treten hier gehäuft Probleme mit dem Adobe DRM auf.
eReader: Dieses eBook kann mit (fast) allen eBook-Readern gelesen werden. Mit dem amazon-Kindle ist es aber nicht kompatibel.
Smartphone/Tablet: Egal ob Apple oder Android, dieses eBook können Sie lesen. Sie benötigen eine Adobe-ID sowie eine kostenlose App.
Geräteliste und zusätzliche Hinweise

Buying eBooks from abroad
For tax law reasons we can sell eBooks just within Germany and Switzerland. Regrettably we cannot fulfill eBook-orders from other countries.

Mehr entdecken
aus dem Bereich